Contractenrecht


Algemeen

Contracten/overeenkomsten sluit iedere student dagelijks en vaak denk je er niet eens bij na.  Heb jij vragen over jouw contract/overeenkomst, neem dan gerust contact op.

 


Arbeidscontracten

Voor meer informatie, klik hier.

 


Huurcontracten 

Voor meer informatie, klik hier.


Wanprestatie

In de wet is de term ‘wanprestatie’ niet letterlijk te vinden. Dit begrip wordt echter wel veelvuldig in rechtspraak gebruikt. Van een wanprestatie is sprake als degene die iets (een ‘prestatie’) aan een ander is verschuldigd, die verplichting toerekenbaar niet nakomt. Een simpel voorbeeld is een wasmachine die online is besteld en betaald, maar vervolgens niet wordt afgeleverd. De winkelier heeft niet aan zijn verplichting voldaan. De wet biedt verschillende mogelijkheden om de schuldenaar voor zijn wanprestatie aan te spreken. Zo kan er nakoming, opschorting of ontbinding worden geëist. Bovendien heeft de schuldenaar in bepaalde gevallen recht op een schadevergoeding.

Opeisbaarheid

Bij verbintenissen moet een onderscheid gemaakt worden tussen natuurlijke en obligatoire verbintenissen. Een natuurlijke verbintenis, zoals bijvoorbeeld een verbintenis uit een weddenschap, is niet opeisbaar. Deze verbintenissen (verplichtingen) zijn niet in rechte afdwingbaar. Een obligatoire (verplichtende) verbintenis wordt opeisbaar zodra nakoming kan worden gevorderd. Dit is dus per geval verschillend en hangt af van wat is afgesproken. Indien de afspraak is dat een wasmachine op 6 juli geleverd wordt, dan is die levering vanaf 6 juli opeisbaar. Dit volgt uit art. 6:38 BW en art. 6:39 BW. Het kan ook zijn dat een obligatoire verbintenis (nog) niet opeisbaar is maar wel zo wordt behandeld, die uitzonderingen zijn te vinden in art. 6:80 BW.

Tekortkoming

Van een tekortkoming is sprake indien één van de partijen niet handelt conform de verplichtingen die uit de overeenkomst voortvloeien. Het voorbeeld van de nooit bezorgde wasmachine is duidelijk, de verschuldigde prestatie is nooit geleverd. Maar niet-nakoming is een ruimer begrip. Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis geldt als niet-nakoming. Het betreft dus niet alleen de gevallen waarin helemaal geen prestatie is geleverd, maar ook de situaties waarin een gedeeltelijke of gebrekkige prestatie is geleverd.  Het huren van een auto die het na een dag al begeeft kan om die reden ook een wanprestatie opleveren. Kortom, vrijwel alles dat niet volgens de afspraak is aangeleverd (de tekortkoming) valt onder ‘niet-nakoming’.

Toerekenbaarheid

Kan de tekortkoming niet aan de schuldenaar (degene die had moeten doen of nalaten) worden toegerekend dan kan de schuldenaar zich op overmacht, art. 6:75 BW, beroepen. Wanneer er precies sprake is van overmacht moet worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden. Bekende voorbeelden zijn natuurrampen en terroristische aanslagen die de te leveren prestatie onmogelijk maken. De consequentie van een succesvol beroep op 6:75 BW, is dat de schade niet op de schuldenaar kan worden verhaald. Is er geen sprake is van overmacht dan spreekt men van toerekenbaarheid.

Is er sprake van een toerekenbare niet-nagekomen opeisbare verbintenis dan spreken we van een wanprestatie. De middelen die de schuldeiser dan vervolgens tot zijn beschikking heeft, zijn afhankelijk van of de prestatie tijdelijk of blijvend onmogelijk is.

Prestatie is blijvend onmogelijk

Er zijn verschillende oorzaken die een prestatie blijvend onmogelijk kunnen maken. Maar zodra is vastgesteld dat de prestatie blijvend onmogelijk is, kan men overgaan op ontbinding, art. 6:265 BW. Dat wil zeggen dat de overeenkomst wordt beëindigd. Het is voor beide partijen immers niet zo zinvol om nog langer te contracteren indien vaststaat dat aan de verplichting toch nooit voldaan zal kunnen worden. Daarnaast geeft een blijvende onmogelijkheid (o.g.v. art. 6:74 BW) een rechtstreekse verplichting tot schadevergoeding met zich mee. Uiteraard moet ook deze omstandigheid weer toerekenbaar zijn aan de schuldenaar.

Prestatie is nog mogelijk

Als de prestatie niet blijvend onmogelijk is en daarnaast toerekenbaar kan de schuldeiser nakoming vorderen art. 3:296 BW of de overeenkomst opschorten art. 6:52 BW.

Om aanspraak te kunnen maken op schadevergoeding moet de schuldenaar in verzuim zijn, art. 6:82 BW, art. 6:83 BW. Dat houdt in dat de schuldenaar schriftelijk in gebreke moet worden gesteld. Dit hoeft alleen niet als het verzuim van rechtswege, vanzelf intreedt bijvoorbeeld als de verbintenis is voortgekomen uit een onrechtmatige daad, 6:83 BW.

In geval van een consumentenkoop kan er ook als de prestatie nog mogelijk is worden ontbonden 7:22 BW. Van consumentenkoop is alleen sprake als er is voldaan aan de vereisten uit 7:5 BW. Deze mogelijkheid tot ontbinding is bedoeld als bescherming van consumenten.


Overige contracten

Voor meer informatie, klik hier.

 


 

Direct in contact komen met een van onze medewerkers?